Het gevaar van grasaren!
In deze tijd van het jaar zijn er weer volop grasaren te vinden. Deze grasaren, ook wel ‘kruipers’ genoemd, kunnen voor vervelende problemen bij je huisdier zorgen. Vooral honden, maar ook katten en andere dieren kunnen last hebben van grasaren.
Wanneer wild gras tot bloei komt, ontstaan er grasaren. Grasaren zijn de zaden van het gras. Deze aren worden het meest gezien in de periode van juni tot en met augustus. Eerst zijn ze groen, maar wanneer ze uitdrogen, krijgen ze een gele kleur en vallen ze uit elkaar in losse zaden.
Grasaren hebben weerhaakjes. Dit zijn de lange ‘stekels’ die uit de aar steken. Dankzij deze weerhaken blijven de aren makkelijk in de vacht van je huisdier zitten. De weerhaakjes en zaden van de aren kunnen echter ook in de neus, oren en ogen van je dier terechtkomen en zelfs de huid binnendringen.
In de neus:
Krijgt jouw dier een grasaar in zijn neus, dan zal hij gaan niezen en proesten. Dankzij de weerhaken kan een grasaar maar één kant op bewegen. Hierdoor zal hij steeds verder de neusholte inkruipen. Daarom is het belangrijk dat de aar snel door de dierenarts verwijderd wordt.
In het oor:
Een aar kan in het oor van jouw dier terecht komen en steeds dieper kruipen. Je dier gaat dan met zijn kop en oren schudden, omdat dit erg pijnlijk voor hem is. Ook kan hij met zijn oren tegen andere dingen gaan wrijven. Het grootste risico lopen dieren met grotere, hangende oren en veel haar. Als de aar niet verwijderd wordt, zal hij steeds verder de gehoorgang inkruipen en kan hij uiteindelijk zelfs het trommelvlies doorprikken.
Ga nooit zelf proberen een grasaar uit het oor te halen, maar maak een afspraak met de dierenarts.
In het oog:
Als een zaadje of een weerhaakje van de grasaar in het oog terecht is gekomen, zal je dier met het oog gaan knijpen en misschien proberen er met de poot in te wrijven. Is dit het geval, dan is het belangrijk om snel een afspraak te maken bij de dierenarts. De aar kan het hoornvlies aantasten. Om blijvende schade te voorkomen, moeten beschadigingen aan het oog, snel worden behandeld.
In de poot / in de huid:
Grasaren kunnen de huid binnendringen, omdat de weerhaken erg scherp zijn. Een bekend probleem is dat aren tussen de tenen van een dier gaan zitten, waarna de stekels door de huid heen prikken. Ook op andere plaatsen kan een grasaar in de vacht vast komen te zitten en uiteindelijk de huid doorprikken.
Dieren kunnen gaan krabben of likken aan de plek waar de grasaar het lichaam is binnengedrongen, omdat de huid daar irriteert en/of pijn doet. Een binnengedrongen weerhaak kan uiteindelijk ook tot ontstekingen leiden, al dan niet met een abces.
Zie je een aar op de vacht of tussen de tenen zitten? Dan kun je deze voorzichtig zelf proberen te verwijderen. Let op dat er geen weerhaakjes (stekels) in de huid blijven zitten. Is dat wel het geval, pak deze weerhaken dan zo dicht mogelijk bij de huid vast en trek ze er voorzichtig uit. Als dit niet lukt, maak dan een afspraak met onze dierenarts om de stekels te laten verwijderen.
Voorkomen is beter dan genezen!
Maar hoe voorkom je die nare grasaren bij je hond? Helemaal voorkomen kan je het nooit. Hieronder geven we enkele tips om grasaren vroeg te onderscheppen:
- Let altijd op waar je hond loopt, met name in een losloopgebied. De kans is groter dat je hond een grasaar krijgt als hij door het hoge gras banjert.
- Controleer regelmatig de vacht wanneer je in een ‘risicogebied’ bent geweest. Pak de poot van je hond even vast en kijk of er geen ongewone plekken aanwezig zijn. Check ook even de oksels, de liezen en in de oren en neusgaten.
- Mocht het al te laat zijn en heeft je hond al last van een grasaar dan kun je hem – mits het goed te doen is – proberen zelf te verwijderen. Doe dit alleen wanneer je zeker weet dat het lukt! Zorg ervoor dat de volledige pluim en alle resten zijn verwijderd.
- Ten slotte is het altijd verstandig om je hond goed te borstelen of kammen na het wandelen. Zo neem je altijd wel viezigheden en eventuele grasaren mee in de kam.